Het Grôwt Hellemonds Diktee I
Theater ’t Speelhuis Helmond 8 september 2007
Tekst: Bert Kuijpers
Presentatie: Wim Daniels
Tis nog un heil aardig iets. En ge ként ut ouweijge ok bekant nie mir urstellen als ge bedenkt, det nog gin faitig joar geleeje is, degge hier in de stad zouwe in inne keier van de Stinweg nor ut Mèijströtje kònt fietse, zonder degge onderweege innins ne pliesiegent tegekwaamt die tiggenoe zi: “Hé matje, stapt us af, ge mât hier nie fietse.” En waarde un maaidje, dan zittie nie: ´Hé matje´, mar ‘Hé, skatje´. Ok kwammut nie vur, degge midden op straot ne marmere kuul zaagt, mi un bènkske mi un versje d’rop, of un burd mi de tekst ‘Voetgangersdomein’. Neie, ut innigste wa oe vruuger tege kon haawe waar n’n örgul, un kòij heundje en de Veestraotbrug want die ging echt krèk unhaawend umhog.
Mar gin nood, wandt doar hâan ze de mist manjefieke oplossing vur bedaacht, echt gewoon boijtegewoon; de voewtbrug! Ge kònt ouwe fiets op un hawtere geut zette die neffe dien trap liep en dan skoofdum zouwe nor boove of ge viet um op ouwe skouwer. Meejkerus haade ne smèrmieter de vur de klowterèij vanaf de voetwtbrug op unnen boot kitste. Zowinne haa wel lef, want boven op de voewtbrug stond un glazere heuske; nie um te skijte’; neie d’r zaat ne gewarrige pleisie in die ut stoplicht op ut kroispunt baaij de Knaaldijk tusse de Veestraotbrug, Westend en de Amsterdamse bank regelde.
Ge kònt netuurlijk ok gewoon waachte to de brug wir umlig ging, zeker as ut glattig waar, want dan kòònde op de voewtbrug nog wel skoewn mi spekzoole oitskeuve. Kaamde dordur te laat op skool, dè gaf niks want ge haat ààlt ’t aaw Hellmondse smoesje baaij de hànd: ´Ik heb vur de brug moete waachte wonnie!
Eerste Helmondse dictee cabareteske ervaring
Bron Eindhovens Dagblad september 2007
Met slechts enkelen onder de 20 fouten en een winnaar, Wil Smits-Klarenbeek, met 16 fouten, blijkt maar weer eens dat de Helmondse taal meer overeenkomsten vertoont met het Chinees dan met het ABN. Vandaar ook dat dit verslag niet in de taal geschreven is die aansluit bij het thema van de avond; het zou een onleesbaar verhaal worden dat enkel door hardop lezen tot ontsluiting van zijn geheimen zou zijn gekomen.
„Het Helmonds is een taal die je schrijft zoals je hem hoort”, licht Wim Daniëls toe, de voorlezer van het dictee. En gezien het aantal fouten dat ons bij het nakijken om de oren vliegt, blijkt maar weer eens hoe moeilijk het is om precies de Helmondse klanken in schrift om te zetten. Zeker ook omdat Wim Daniëls zelf niet uit Helmond maar uit Aarle komt en hier en daar voor een discutabele uitspraak zorgt. Een kniesoor die er op let.
Bij elke zin speelt Daniëls cabaretesk in op opmerkingen uit de zaal, strooit hij kwistig rond met anekdotes en lardeert hij de volzinnen met eigen gedachtespinsels over taal. Het is bijna een taalshow in dialect. De avond is een aaneenschakeling van oneliners, waar menig cabaretier zijn taalvingers bij af zou likken. Ook bij de bespreking van het dictee, met de jury met Loek van Poppel, SjefWarmerdam, Dora Bijsterveld en wethouder Stienen, blijft het spannend als mensen hun ‘ongenoegen’ uiten over de spelling van skouwer of zowinne. De jury is consequent inconsequent of andersom, zoals dat bij het Helmonds hoort. De uitleg legt niets linguïstisch uit, maar scoort wel hoog op de lat qua humoristisch effect; misschien wel het belangrijkste kenmerk van het Helmonds. Ook de vorm is Helmonds. Werken is in onze stad niet uitgevonden, ook niet door onderwijzers, dus die laten het dictee door de deelnemers zelf nakijken. De stichting Haw ut Helmonds heeft met deze eerste avond een belangrijke eerste steen gelegd voor haar missie: het Helmonds behouden. Het Helmonds is een levend monument en dat moet je koesteren. Dialect heeft onmiskenbaar een meerwaarde voor de taal, maar het zorgt ook voor een goed gevoel waarbij de lach een essentieel kenmerk is.